Rock & roll wolf met ballen

In m’n geboortedorp

Zondagmiddag 6 juni…m’n vrouw, struinend door wat nieuws online op haar IPad, zegt luidop: ‘Hier seh, ne Wolf in Duffel!’ Aangezien het eens niet over corona gaat, spits ik direct de oren. De gespecifieerde locatie waar de predator gespot is – een paardenweide in de Zijpstraat – doet direct een belletje rinkelen. De straat behoort immers tot de actieradius waarin ik me per fiets naar en van schoolkameraden verplaats tijdens m’n tienerjaren. Maar een mens blijft niet eeuwig jong: anno 2020 combineren we het beroep van onderwijzer met dat van professionele natuurgids. Dit hoofdzakelijk in functie van het spotten van grote carnivoren, waaronder de wolf. Aangezien wolven vooral voorkomen in afgelegen en uitgestrekte gebieden, spreekt het voor zich dat ik daardoor de grenzen van m’n volledig verkaveld geboorteland, totaal ontgroeid ben. Al meer dan een decennium lang vertoef ik nu in wat ik benoem als m’n Europese achtertuinen in functie van queesten naar grote carnivoren: de Poolse Karpaten, de afgelegen Karelië provincie op de Fins-Russische grens, alsook de Zamora provincie op de grens van Spanje met Portugal.

Al deze streken hebben één ding gemeen: natuur is er nog uitgestrekt in omgevingen die niet volledig over- en beheerst worden door homo sapiens. Wolf gerelateerd, heb ik in deze streken zo goed als alles met eigen ogen kunnen waarnemen betreffende dat wat er in de literatuur te lezen is: wolven met jongen, wolven op jacht, wolven op pad, wolven bij kadavers, huilende wolven, …

De waarneming

Terug naar die zonnige zondagmiddag. Door de restricties van de allesoverheersende coronamaatregelen, maak ik, vergezeld door vrouw en dochter, ‘s namiddags het zoveelste fietstochtje in de omgeving van m’n huidige woonst in Mechelen; een aan Duffel grenzende gemeente. Tijdens het fietsen zeg ik luidop: ‘Ik denk straks toch eens een kijkje te gaan nemen in Duffel.’ M’n dochter zegt onmiddellijk dat ze meegaat. Na het avondeten stappen we, gewapend met telescoop, verrekijkers en fotogerief, met z’n tweeën de auto in. Binnen 20 minuten zijn we in de Zijpstraat. Daar waar het plaatje tijdens m’n Europese zoektochten steeds perfect klopt, krijg ik de knop nu niet omgedraaid. Alles wringt. In plaats van een vertrouwd uitkijkpunt over een uitgestrekte vlakte of verre bergflank, bevind ik me nu, op zoek naar een wolf, in typisch schreeuwlelijk Vlaanderen: een kluwen van straten, lintbebouwing, gecultiveerd gebied en weilanden, voorzien van prikkeldraad. Daar waar wolven, eens gespot, stipjes zijn in deze eindeloze landschappen waarin ze vertoeven, vraag ik me nu luidop af waarom ik al m’n optisch materiaal meeheb. Als hier een wolf opduikt is die immers zichtbaar met het blote oog! Het enige lichtpuntje zijn de vele hazen die zich op deze weilanden bevinden. Een prooi waar solitaire wolven perfect van kunnen overleven. Eens wat later op de avond, duiken er enkele bevriende figuren op. Ze zijn met dezelfde intentie naar de Zijpstraat en omgeving afgezakt. Onder het dozijn van gegadigden bevinden zich o.a. Gerald Driessens en Detlef Tibax ; personen met wie we een goede band hebben. De eerste genoemde is iemand die mee inhoud heeft gegeven aan m’n huidige natuurkennis en -passie. De tweede persoon iemand die me vergezelt als side kick tijdens m’n internationaal gidswerk. Met z’n allen checken we de pootafdrukken die de wolf achterliet op een akker. De grootte van de sporen, steeds weer impressionant om zien!

De grote afstand tussen de afdruk van de voor- en achterpoot, geeft duidelijk aan dat het een volwassen dier betreft. Stilaan wint de gedachte van een effectieve observatie van de wolf aan kracht. Het is Gerald die een plannetje smeedt om ons verspreid op te stellen in de omgeving. Dit is geen slecht idee. De drie kadavers (= de door de wolf gedode schapen) zijn immers nog aanwezig. De kans dat het dier nog in de buurt rondhangt is reëel. Ook werd het dier tot 9 uur in de ochtend door omwonenden waargenomen. Nadien niet meer. Het is een tweede indicatie dat onze kans op slagen versterkt. Het is immers gedrag dat wolven in hun natuurlijk milieu ook vertonen bij een natuurlijke prooi: er tijdens de nacht en vroege ochtend rondhangen en zich nadien in de nabijheid verschuilen tot de avond weer valt. Via een whatsapp-groepje houden we elkaar op de hoogte. Iets voor tien uur verschijnt dan het bericht dat niemand voor mogelijkheid hield: NU HIER!!! In een mum van tijd staan we met z’n allen aan huisnummer 63 in de Zijpstraat. De wolf duikt er op in een weiland en verstopt zich in een aanpalend bosperceel. De spanning is te snijden. De verwachtingen nog groter. Ik zie plots een gelijkenis met het gedrag van de koeien in het weiland en edelherten in Spanje en Polen: ze kijken, samengetroept in een kudde, gefixeerd naar één punt. Aangezien de fixatie zich op een dode hoek richt van waar wij ons bevinden, begeef ik me wat verder op een oprit. En inderdaad: in de nu zichtbare hoek van het weiland staat een flink uit de kluiten gewassen wolf!

Adrenaline-stoten van ongekende hoogtes gaan doorheen de aders! De koeien vertrouwen de bizarre situatie duidelijk niet: ze maken rechtsomkeer en zetten het op een lopen. De toppredator, die duidelijk wel gewend is aan dit soort van situaties, is overduidelijk in z’n sas: hij snuift wat in het rond, snuffelt wat aan het gras, krabt eens achter z’n oren en heft z’n poot om te urineren. Ongelofelijk en uniek om dit natuurlijk gedrag te zien op Belgische bodem! Wanneer de wolf onze richting uitkomt, houdt hij plots halt. Met gespitste oren en gefixeerde blik aanschouwt hij ons. Alhoewel meer dan honderd wolvenwaarnemingen op de persoonlijke teller, wennen deze confrontaties nooit! Ook nu weer overheersen rillingen en kippenvel! De robuuste kop met spitse oren, hoge schofthoogte en wit omrande, grote mond zijn kenmerken die opvallen. Idem dito zijn diens typische, soepele drafje en lange, grote poten.

Het is duidelijk merkbaar dat het dier zo goed als volledig in zomervacht vertoeft. Wanneer hij wat staat te snuffelen aan een afhangende tak van een knotwilg is diens kleurpatroon mooi zichtbaar: grijze rug en kop, rood-bruine flanken, oren, voor- en achterpoten en snuit. De enige restanten van diens wintervacht zorgen voor een wat grappig zicht onder de oren: het beest lijkt misplaatste bakkebaarden te hebben!

Het dier, dat duidelijk intenties heeft om zijn pad richting de kadavers aan de overzijde van de straat verder te zetten, loopt dan door langsheen de bosrand. Ondertussen bedraagt de afstand tot de dichtste waarnemers geen 50 meter. Dit is natuurlijk een brug te ver. De wolf maakt dan ook rechtsomkeer en trekt zich terug in het bosperceel waaruit hij opdook. De vreugde, euforie, uitwisselingen en blijdschap nadien onder elkaar is iets dat vreemd is voor de omwonenden. Oog in oog staan met een iconisch roofdier; het is voor natuurliefhebbers pur sang het hoogst haalbare. Ronduit een dosis elixir na drie maanden van lock down! In volle roes keert iedereen huiswaarts. Een groepje van een 15-tal natuurliefhebbers zijn immers getuige geweest van een historisch moment in België: de eerste publieke veldwaarneming van een zichtbare wolf in Vlaanderen sinds zijn terugkeer!

Is de trend gezet?

Het is duidelijk dat waarnemingen als deze zullen gaan toenemen. Enkele individuen, waarvan twee alfakoppels met roedelpotentieel in de zeer nabije toekomst, vertoeven immers momenteel binnen onze landsgrenzen. Als Vlaams natuurliefhebber beleef je iets dat niemand voor mogelijk hield: een toppredator die terugkeert naar en zich aanpast aan een totaal verkaveld Vlaanderen. Het is voor mensen met een groen hart pure levensvreugde! Maar wolven met ballen als deze, kunnen we daarbij missen als kiespijn. De algemene groene connectie en groen gedachtegoed bij het brede publiek ontbreken daar immers voor. Onvoldoende draagvlak. De polemiek die ontstond rond het verdwijnen van wolvin Naya, is daarvan een mooi voorbeeld. Dit desondanks haar voorbeeldige gedrag. Ze bleek immers, aangezien haar nachtelijk voorkomen, zo goed als onzichtbaar. Volledig gelijklopend een typerend gedragskenmerk van wolven: niet gezien willen worden. Bovendien vergreep Naya zich nauwelijks aan vee. In plaats daarvan voedde ze zich met hazen, reeën en zelfs muizen; natuurlijke prooien die voorkomen op en nabij het ontoegankelijke militaire domein van Leopoldsburg, waar ze verbleef. Noëlla, haar opvolgster, doet dat ook. Maar de wolf van Duffel, is er een van een ander kaliber. Het dier, een jaarling, verliet de ouderlijke probleemroedel te Herzlake nabij Meppen – Niedersachsen, Duitsland. Het voorkomen van wolven in een volledig agrarische en verkavelde leefomgeving, leidt vroeg of laat tot problemen en conflictsituaties.

Dit jonge mannetje hield, op weg naar België, reeds eerder lelijk huis in Nederland. Een lokale schapenpopulatie werd er stevig uitgedund. Je kan ze het ook niet kwalijk nemen. Waarom immers achter everzwijnen, herten en hazen aangaan als vee zo te grijpen valt? Eens wolven succesvol zijn in het doden van vee, blijven ze dat proberen. En dat doet de wolf van Duffel nog steeds. De jongeling laat, na zijn meerdaagse aanwezigheid en meerdere gedode boerderijdieren op zijn conto, immers een bloederig spoor na. Ongelofelijk om het dier, tot  twee keer toe, bij valavond achter een kudde paarden te zien gaan op geen kilometer van Lier centrum op 16 juni! Een nooit geziene wildlife moshpit. Ongetwijfeld nefast voor het wolvenimago bij het brede publiek. Maar verrassend of een nieuw gegeven is het niet. Wolven zullen altijd controversiële predatoren blijven. Net zoals met andere grote carnivoren elders in Europa. In Noorwegen is periodieke jacht op veelvraten toegestaan idem dito met de jacht op de geherintroduceerde populatie bruine beren in de Franse Pyreneeën. Ook hier éénzelfde probleem: veelvraten en beren prederen er op schapen. Legitimatie voor afschot van dieren die zich misdragen als deze; het is steevast de oplossing die naar voren wordt geschoven als maatregel wanneer dit afwijkende gedrag frequent voorvalt. In landbouw en veeteelt die honderd percent moet opleveren is nu eenmaal geen plaats (over) voor dieren die aan de top van de voedselpiramide staan. Ook al palmt het mensdom daarvoor volledige, voorheen natuurlijke biotopen in en smijten we de helft van ons geproduceerd voedsel weg. Alle dieren weer op stal eens de avond valt. Of vee achter schrikdraad plaatsen. Beide zijn een goede oplossing voor iedereen. Door deze maatregel kunnen boeren gerust zijn dat hun vee veilig de nacht doorkomt. Wolven worden op hun beurt genoodzaakt zich te concentreren op natuurlijke prooien. In sommige Vlaamse provincies komt dit een ander wildprobleem ten goede: de everzwijnenplaag. Everzwijnen zijn immers een geliefkoosde prooi van wolven!

Het Europese pad is geëffend

Sowieso is de opmars van deze toppredator niet meer te stuiten. Aantallen in Duitsland geven duidelijk aan dat het floreren van een wolvenpopulatie, in gebieden waaruit ze volledig verdwenen, snel kan gaan. We spreken hier immers over een zoogdier dat de status van beschermde diersoort geniet. Nadat een eerste wolvenkoppel er zich tien jaar geleden vestigde vanuit het aangrenzende Polen, wees een inventarisatie in 2019 uit dat de huidige Duitse wolvenpopulatie er niet minder dan 105 roedels telt! Allesomvattend mogen we stellen dat de comeback van de Europese Wolf ronduit een opmerkelijk en bewonderenswaardig fenomeen is.  Zeker nu overal ter wereld de biodiversiteit, afgemeten aan kwaliteit en kwantiteit van natuur, afneemt. Wilde dieren zijn inventief en passen zich aan, of we dat nu willen of niet!

Dit item was enkel mogelijk door bijdrages van de volgende personen: Detlef (maker van de veldschetsen) en Elias (beheerder whatsapp-groepje op 7 juni) Tibax , Jan Rottiers (die een ultieme reeks foto’s nam op 7 juni), Mark Kaptein (foto Duitse Wolf), Sam Puls (voor het meermaals nalezen van het artikel) en Simon Feys (foto van de wolf daags na diens ontdekking).
Mega merci aan hen allen!